Maartje Korstanje

"Het schilderij begint te ademen door de huid van de structuur waarmee het is geschilderd en het beeld krijgt zijn werkelijke fysieke beleving pas bij de ervaring van de driedimensionaliteit waarmee het zich in de ruimte begeeft. Voor het sculpturale werk van Maartje Korstanje (1982) is die fysieke ervaring meer dan evident. Haar eerste museale solotentoonstelling op grote schaal onder de titel Metamorfoses in het Museum Jan Cunen in Oss is een grote dynamische aaneenschakeling van grillig gevormde, knoestige, organische vormen waarin uitdagende tegenstellingen in textuur, huid, oppervlak soms diametraal op elkaar staan." Zo beschrijft collega-schrijver van Beelden, Tine van de Weyer haar indrukken bij het bezoeken van de solo-tentoonstelling van Maartje Korstanje in Museum Jan Cunen in Oss, nog te zien t/m 4 mei. Ik kan het niet mooier zeggen. De beelden van Maartje zijn zo fysiek, zo tactiel en organisch gevormd alsof je ze bij een ruige boswandeling  zo tegen kunt komen. Als schilder die zich laat inspireren door huid en het huidachtige grijpt het mij direct bij de strot. De grote beelden zijn zo imponerend groot dat ze doen denken aan skeletten of prehistorische dieren. Haar inspiratiebron ligt in oude prentenboeken: "Mijn inspiratie haal ik uit een oude dierenencyclopedie ( . . . ). Het staat vol met zwart-wit afbeeldingen waardoor je vormen goed ziet. Mijn werk is eigenlijk een optelsom van vormen, die mij fascineren. De sculpturen zijn geen herkenbare dieren want de onderdelen zijn zo gefragmenteerd en op ongewone manieren met elkaar verbonden dat een ander beeld ontstaat dan dat we kennen. Ik vind het fijn als mensen naar mijn werk kijken en allerlei associaties hebben, daarom gebruik ik ook geen titels." Het verassende vind ik haar materiaalgebruik; karton en behangplak. Daar gaat zo iets eenvoudigs en sobers van uit. Met pretentieloze materialen weet zij zeer prestigieuze objecten te scheppen en je op het verkeerde been te zetten. Zoals een lap klei bungelend aan een touw. Je zou zweren dat het steen of klei is. Of is het keramiek? De laatste jaren voegt Korstanje meer kleur aan haar werk toe zoals bij deze beestachtige vorm. Zo ontstaan spannende contrasten tussen karton en verf. Ze blijft vaak wel in tinten die dichtbij de natuur liggen maar door het glimmende van de verf verdwijnt wel iets van het organische gevoel. Soms gebruikt ze ook zilver op glimmend epoxy. Met dit soort ingrepen moet een kunstenaar altijd oppassen. Het gevaar bestaat dat het beeld decoratief of opgeleukt wordt. Een glijdende schaal die ik persoonlijk niet bij alle beelden even succesvol vindt. In Schiedam is slechts een kleine selectie van haar werk te zien; de echte liefhebber moet naar Oss. Voor mij is Maartje een dikke kanshebber voor de Volkskrant Beeldende Kunstprijs en ik gun het haar van harte.

Kleur toegevoegd

Een tweede kanshebber is voor mij Emmeline de Mooij. Een vrouw die haar naam eer aan doet want ze is heel mooi en draagt een soepel vallende dooschijnende blouse van crèmekleurige zijde. Haar zwarte bh schemert door de zachte stof. Het leidt wel een beetje af maar misschien is het Freudiaans bedoeld. In een spannend videoportret legt De Mooij de zorgzieke samenleving bloot. Een hummende therapeut zit tegenover een keigroot zwart hoofd van piepschuim, vastgekluisterd aan een rolstoel. De therapeut stelt de vragen, noteert wat op papier, humt af en toe en het pratende hoofd legt haar kwalen en angsten  bloot. Ze heeft fobische angsten over de luchtkwaliteit, is bang voor Alkaida-aanvallen en wil in elke ruimte direct de ramen opengooien. Maar dan beseft ze dat buiten de lucht ook slecht is en komt ze in een spagaat. 'Ik ben niet gek' zegt ze en reflecteert vervolgens verder op haar angsten die zijn begonnen toen de euro werd ingevoerd. 'We kunnen ons niet meer verschuilen in deze nieuwe wereldorde.' Een interessante monoloog volgt in 'Brain Fever' totdat de therapeut het gesprek beëindigt omdat de therapiesessie voorbij is. De Mooij is gescout door kunstenaar Folkert de Jong. De genomineerden zijn verder Giorgio Andreotta Calo, Floris Kaayk en Emma van der Put, nog te zien t/m 11 mei in Stedelijk Museum Schiedam.

DSC00660_00_0