Een heerlijke nacht gehad zo onder de sterrenhemel. Wat opvalt is dat je zo weinig auto’s hoort en dat zijn wij niet gewend, wonend pal aan de A27. De nachten zijn echt doodstil. Na het ontbijt lopen we het stadje in op zoek naar fietsenverhuur. Dergelijke bedrijfjes zijn dun gezaaid. Gister nog vroeg ik het in de apotheek en die jongen haalde zijn schouders op en keek me zeer verbaasd aan alsof ik van een andere planeet kwam. ‘Fiets je nooit?’ vroeg ik. ‘ I drive my car’. Ik wist dat er een fietsenverhuur zat bij het postkantoor dus toen oriënteerden we ons daarop. Even later stonden we bij een Duitse vrouw tussen de fietsen, die hier haar business van gemaakt had en haar prijs goed wist te maken. We kregen vier simpele, wat afgeragde mountainbikes en nadat Beer een borg had gestort, vertrokken we richting Arrecife zuidwaarts. De route loopt pal langs de kust over fietspaden en boulevards. Bij villa Toledo, vlakbij huis nemen we koffie en smeren ons in. De zon schijnt uitbundig en door de wind van zee verbranden we gauw zonder het te merken. Ik voel me wel stoer zo met mijn mannen op de fiets. In Nederland stelt het niks voor, maar hier zijn we een bezienswaardigheid. Met onze gekleurde rugtassen op de rug en Beer met een hoed op, banen we ons een weg door Arrecife en rijden midden op de autoweg. De auto’s wijken ruim uit voor ons. We stoppen bij de burcht Castillo de San Jose. Hier is sinds 1976 het museum van hedendaagse kunst gevestigd. Werken van Manrique, Miro, Tapies en Millares. Verschillende materiekunstwerken zijn te zien. De fototentoonstelling van Huan Zhang boeit ook de jongens. Deze Chinese kunstenaar heeft in het werk ‘ Family Tree’ zijn hoofd vol getekend met de namen van zijn voorouders. In tien verschillende portretten zie je de ontwikkeling. De eerste manshoge foto van zijn hoofd begint met enkele Chinese tekens en de laatste foto toont een volledig zwart gezicht bedekt met inkt. Bizar. Het gaat over identiteit en identiteitsverlies wat bij de laatste wazige foto beangstigend treffend is weergegeven. We klimmen de burcht in en kunnen buiten op het dak ver uitkijken. Het restaurantgedeelte evenals de rest, is ontworpen door Manrique en heeft dezelfde ronde vorm als het restaurant in de Vuurbergen. Dit keer met een prachtig uitzicht op de haven van Arrecife. We fietsen verder langs het vliegveld van Arrecife dat pal aan de oceaan ligt. Hier is plek voor wat naturistenstrandjes. Een fijne locatie zo dichtbij het motorgeronk en de uitlaatgassen van opstijgende vliegtuigen. Het is wel fascinerend om zo dichtbij te kunnen komen en die grote joekels zo over je heen te zien en horen vliegen. We fietsen verder in de brandende zon naar playa Honda waar we wat lunchen onder de schaduw van een palmboom. Het is hier super rustig. Een jogger, een man die zijn honden uitlaat, een fietsend kind maar weinig toeristen. We rijden nog iets verder naar Porta del Carmen waar we gaan zwemmen in de zee. Dit is een grote badplaats met veel hotels en ziet er ongezellig uit. We zijn blij met ons eigen lieflijke Costa Teguise en de Camel’s spring Club. Op goed geluk gekozen via internet maar wel een schot in de roos. Op de terugtocht trekken we allemaal een blouse aan want onze armen zijn flink verbrand ondanks regelmatige smeersessies. We strijken neer in een typisch Spaans eettentje met tapas. Zo’n vriendelijke man achter de bar met een missende tand neemt onze bestelling op. Hij spreekt geen Engels maar heeft wel een kaart in het Engels. Calamaria, gemengde visschotel, wat salade en tapas in veel olijfolie. Alles smaakt gekruid, Spaans en pittig. We eten hier als enige toeristen ons buikje rond. Langzaam lopen de tafeltjes vol met meer mensen en wij fietsen voldaan op huis aan.