's Nachts vind ik de Franse gast terug op het parkeerterrein. Haar rolkoffer staat eenzaam te wachten terwijl ze in lichte paniek 112 belt. Overal oranje vlammen boven de huizen aan de donkere horizon. Wat een fik boven Wijk aan Zee. Net op tijd stel ik haar gerust en loods haar met rolkoffer het Nivonhuis binnen waar manlief en ik huiswacht zijn. Van de Hoogovens heeft ze wel eens gehoord maar dat het tegenwoordige Tata Steel dag en nacht vuur spuwt, dat wist ze niet. Ze checkt nog wat rillerig in bij de balie en we kunnen allemaal rustig naar bed.
De volgende dag is het beeld een stuk minder angstaanjagend. Dan zijn het de witte rookpluimen die ritmisch de blauwe lucht in worden gestuwd. Als ik door de duinen naar mijn hippe strandtentje Timboektoe fiets, hoor ik het gepruttel en gerommel van kolen van deze ruige industrie. Een penetrante steenkoolgeur vult mijn neusgaten. Het heeft iets vertrouwds, iets van vroeger. Het fietspad slingert door de duinen langs de even zo ruige kunstwerken gedoopt 
'Een zee van staal'. Alle veertien werken zijn gemaakt van cortenstaal dat tegen een stootje kan en van afvalijzer uit de schrootputten. Het staal is destijds door Hoogovens ter beschikking gesteld. Wijk aan Zee werd in 1999 uitgeroepen tot cultureel dorp van Europa en dat werd gevierd met deze tentoonstelling. De kunstenaars kregen atelierruimte en mochten de zware machines van Hoogovens (later Corus) gebruiken. In vier weken tijd stonden de meeste beelden. De entree wordt gemarkeerd door een metershoog traliewerk, een poort van Rudi van de Windt, deze is in 2009 toegevoegd. Ernaast staat een plaquette waarop vermeld staat dat Koningin Beatrix dit park geopend heeft in 1999. Wat een tijdelijke tentoonstelling zou zijn, bleek al gauw te boeiend om weer af te breken. Alle kunstenaars laten zich inspireren door de tegenstelling tussen industrie en natuur en het glooiende duinlandschap. Mooi vind ik het beeld van de Nederlandse kunstenaar Nico Betjes. Door de lichte kleur en de plaats op een heuvel valt het extra op en doet me aan een dier denken, een raar gewerveld dier. Of een schaap, Hollandser kan het niet. Wat er ook uitspringt (voor mij als schilder) is de blauwe abstracte bloemvorm van Jaak Soans uit Estland, opgebouwd uit vier halve cirkels. Vanuit verschillende hoeken bekeken, laat het steeds een ander beeld zien. Ik trap ondertussen bezweet het duin op. Op een fiets zonder versnellingen best pittig. Als ik het geraas van de drie grote windmolens hoor, ben ik er bijna. Mijn favoriete strandtentje wacht gewillig op de Noordpier en staat al jaren in de top tien van beste strandtenten. Aan de bar van Timboektoe bestel ik een schuimende cappuccino, zoek een lege loungebank en laaf mij aan het prachtige blauwe uitzicht over strand en branding met in de rug de witte rookpluimen van Tata Steel. Heb je zin in een weekendje kunst en uitwaaien en zoek je nog een overnachting? Welkom in de Banjaert in Wijk aan Zee. Misschien ben ik wel gastvrouw dat weekend.