'Ik schilder geen mensen, ik schilder beelden’ een uitspraak van Marlene Dumas in het filmpje tijdens de tentoonstelling ‘The image as Burden’.

Thema’s als liefde, verdriet, dood en verlangen verbindt zij met een analytische blik op de positie van de schilderkunst binnen de huidige beeldcultuur, gebaseerd op beelden uit de massamedia en op haar eigen polaroids. Insteek zijn altijd actuele politieke thema’s. Een portret van Dumas wordt een politiek landschap. Na verloop van tijd valt dat zwaar op de maag. Deze kunstenaar is ooit begonnen in Zuid Afrika.
Marlene groeide op in Kuilsrivier bij Kaapstad in een landelijke omgeving. Ze herinnert zich de spinnende poes in een doos en zij wachtend ernaast totdat de kittens geboren werden, ondertussen luisterend naar een soapserie op de transistorradio. In de catalogus schrijft ze: “Ik was dol op de illustraties van sprookjes en van de verhalen in de Bijbel, en op de Amerikaanse cartoons die je had. Op de achterkant van sigarettendoosjes tekende ik bikinimeisjes om indruk te maken op vrienden van mijn ouders. Tekenen had twee functies: me terugtrekken in mijn eigen wereld en anderen te vermaken met het vermogen om (populaire) beelden te creëeren met slechts een paar snelle lijnen.”
Toen ze twaalf was, overleed haar vader. Ze ging van een beschermde Afrikaanse basisschool naar het meisjesinternaat met strenge regels. Ze werd gecorrigeerd wegens het lopen op blote voeten… maar de school had wel het vak kunstzinnige vorming. De Britse universiteit maakte haar snel volwassen. Ze ontmoette voor het eerst gekleurde mensen. Ze was 19 jaar en het was 1972. Ze maakte kennis met films, muziek en literatuur. In haar kunstuitingen probeerde ze het menselijk lichaam te abstraheren. De navel werd een poel, het lichaam een landschap. Ze brak met het tekenen van kitscherige pin-ups en keerde weer terug naar de menselijke gedaante.

Romy

Ze baseert zich in haar vroege werk voornamelijk op beelden uit kranten en tijdschriften. Televisie kwam pas in 1976. In het werk ‘Love versus death’ uit 1980 zitten al heel veel motieven verwerkt, die haar latere werk zo kenmerken. Beelden van rouw, verdriet en dood waren al in haar beginschilderijen aanwezig.
De kunstenaar wijst op foto’s van dode mensen in de krant die met open ogen zijn afgebeeld. Niet respectvol. Dat doen wij met de vijand en Dumas laat ons in die spiegel kijken. Een aantal schilderijen zet ik in de schijnwerper.

Palestine girl

Het Palestijnse meisje met het Che Guevara T-shirt – jaren 70. Dit is het enige beeld waar Dumas bloed geschilderd heeft. Ze doet dat doorgaans niet – uit respect. Het meisje is zo kwetsbaar, zo jong en dan zo’n foto in de krant. Het raakt haar. Dat zijn de beelden die Dumas pakt en hertaalt in haar schilderijen. Ze neemt het beeld niet in z’n geheel over, ook het bloed niet. De krantenfoto gaat over de sterfelijkheid van de persoon, het is de actualiteit; het schilderij gaat over je eigen sterfelijkheid. Zo transformeert ze haar bronnenmateriaal.

white diseaseThe white disease – 1985
Uit de serie monumentale portretten. Ze noemt het situaties. Het is geen portret in reguliere zin maar het vastleggen van een denkwijze. ‘White disease’ is een huidziekte en is een zinspeling op zieke ideologieën zoals apartheid en nazisme.
De close-ups ontdoen het beeld van achtergrondruis. Het gevoel van abstractie wordt ermee vergroot. Twintig jaar later voegt ze nog twee portretten toe: Elisabeth Eibers en Moshekwa Langarmig, beiden uit Zuid Afrika.

Alpha, Lucy, SternAlfa, Lucy en Stern – 2004
Het lijken beelden van dode, opgebaarde kinderen, jonge mensen waarbij de mond half openstaat. Ze doen me denken aan mijn eigen moeder toen ze in het ziekenhuisbed lag, de mond nog niet gesloten. Alleen zij was een oude vrouw vol rimpels met een heel leven achter de rug. Deze beeltenissen ademen maagdelijkheid. Het zijn gezichten die nog niet rijp zijn voor de dood. Of zijn ze gewoon in slaap of seksueel opgewonden zoals het tekstbordje suggereert? Nee, daarvoor mis ik de blossen en roodheid in de hals.
Alfa  – een van de drie monumenten van de vrouwenportretten uit 2004, getoond voor het eerst in Sicilië.
Lucy – de begrafenis van St.Lucia uit 1608 van Caravaggio, Lucia was martelares voor haar geloof. Ze weigerde te trouwen met een heiden en werd gemarteld, opgesloten en met een mes gestoken.
Stern- Ulrike Meinhof, nav. een politiefoto, dood aangetroffen in haar cel, striemen van de strop zijn nog te zien in haar hals. De bleke huid is transparant wit geschilderd, het linnen doek schijnt er perkamentachtig doorheen.

MindblocksMindblocks 2009 – Tussen alle beeltenissen in, valt een abstract werk van stenen op. Geen portret, geen mensfiguur maar gestapelde verweerde stenen in lichtblauwe en grijstinten. Het verbeeldt een roadblock, een wegversperring in een niemandsland van controleposten. Een metafoor voor geestelijke verstarring. Mindblocks. Toch spat het verfplezier van het doek. Terpentine slaat grote gaten en druppels in de verfhuid, zwierige bewegingen, forse streken en kleine details. De zwaarte van het beeld wordt zo opgelicht ook door het gebruik van fletse pasteltinten. De onderpartij is wat donker maar nergens is zwart te bespeuren. Het is de tegenhanger van The mother – 2009, een rouwende vrouw bij haar zoon tussen open graven.

blindfolded manThe blindfolded man – 2007 – Een indringend donker portret, zwart kroeshaar in de linkerbovenhoek,  een witte verfstreek voor de blinddoek, een stompe zwarte neus, een groot transparant voorhoofd vult de helft van het doek, een sombere trek rond de gevulde lippen, de wanhoop, berusting, beklemming. Na dit beeld en ‘De trofee’ uit 2013 waarbij soldaten uit Congo poseren met een ontvoerd meisje, kreeg ik opeens behoefte aan frisse lucht. The image as Burden is een indrukwekkende tentoonstelling met een geladen inhoud. Heftig soms. Toch is er voor de schilder veel moois te ontdekken. De losse verftechniek van Marlene Dumas is op bijna alle doeken trefzeker en inspirerend. The image as Burden, Stedelijk museum Amsterdam, t/m 4 januari 2015.Trophy