Cockpit

Het kunstenaarsduo Heringa/Van Kalsbeek werd in 2013 door het Van Gogh Huis in Zundert uitgenodigd om met de plaatselijke corsobouwers samen te werken aan beelden voor het aardbeienfeest. Het duo greep die gelegenheid met beide handen aan. Het bloemencorso in het Brabantse Zundert is al jarenlang een bron van inspiratie voor Heringa/Van Kalsbeek evenals de vis- en bloemenmarkten in Azië. Vooral het afval achter de kramen prikkelt hun fantasie. Dichterbij huis is het niet de optocht, maar het verval dat optreedt na afloop als de wagens aan weer en wind worden overgeleverd. Zundert wordt elk jaar getroffen door de ‘Corsokoorts’. Grote tenten waar de corsobouwers aan de slag gaan, nemen het dorp over. In deze traditie voegen de kunstenaars in. De corsobouwers lassen grote stalen frames aan elkaar waarna de kunstenaars het verzagen en vervormen. De corsobouwers kijken vooral naar de buitenkant; de kunstenaars kijken naar de binnenkant. Heringa: ‘We willen de vorm van binnen en van buiten laten zien. Alsof iets dicht geweest is en open getrokken is.’ Een veelheid van gelaste lijnen ontstaat. Chaos. Het creatieve proces is gebaseerd op ‘het laten gebeuren’. Het duo neemt de vrijheid om te draaien, weg te gooien, toe te voegen, uit elkaar te halen en weer iets nieuws te maken. Als de vorm goed is, beplakken de kunstenaars het frame met papier en lijm. Een koeienschedel dient als inspiratiebron. Meerdere koeienschedels worden in elkaar gevoegd waardoor een plantaardige, organische vorm ontstaat. In het museum is deze creatie later te bewonderen als een roze, staand beeld Zonder titel. De handtekening van Heringa/Van Kalsbeek wordt gezet door het object te overgieten met epoxy en hars. Zo krijgen de sculpturen vlezige massa.

Orde en chaos

In het werk bestaan geen vastomlijnde plannen. De kunstenaars zijn de regisseurs van het toeval. Hun beelden balanceren op het kantelpunt tussen orde en chaos. De expressieve sculpturen zijn overdadig, dynamisch, bizar en rauw. De assemblages van gevonden voorwerpen, natuurlijke materialen en afgietsels zijn overgoten met gestolde kleuren van giethars, epoxy of glazuur. Een feest om naar te kijken zoals Bountiful 2013. Een puntige rood, roze sculptuur van staal, papier en polyester. Van dichtbij is het net een schilderij. De combinatie van ruige en stoere materialen zoals staal met bleekroze tinten en fragiel papier geven de installaties iets kwetsbaars. Ontroerend intiem. Zoals Snowflake, een liggend object op de grond in tere bleke tinten. Lichtroze en wit. Fragiel papier rondom een stalen frame. Het binnenste van het skelet komt zichtbaar naar buiten. Bij de hangende en bewegende Zwaan is dit nog sterker. Het object in lichtwitte tinten zweeft in een donkere ruimte, bewegend door de luchtstromen. Het karkas is zichtbaar. De huidbewerking met sporen, aders, draadjes en nerfjes is prachtig om te zien. De afhangende hals met kop draait treurig zijn rondjes. Een intiem, verstild beeld. Het organische doet me even denken aan het werk van Maartje Korstanje hoewel die zich meer beperkt in materiaal en kleurgebruik.

Grillige huid

Grilligheid

Door de grillige vormen ontstaan associaties met verwelkende bloemen, lichaamsdelen, koraalriffen of futuristische capsules. De onderwaterwereld met koraalrif en visnetstructuren komt tot leven in The nature of my game uit 2014. De benen van een etalagepop steken brutaal naar buiten. De afdrukken van de onderkant van zwammen laten een hele fijne nerfstructuur zien. Mooi is het contrast met het vroegere werk. Daar ligt de oorsprong. De relatief onbekende keramische beelden die het duo vanaf eind jaren negentig maakte, staan wat stijfjes gepresenteerd in een 'Chinese kamer'. Het duo begon met het maken van mallen van bloemen, handen en takken. Door het breken van keramiek in de oven en onverwachte glazuureffecten werd de rol van toeval in hun werk steeds groter. De serie steekt schril af bij de ‘Zundertse sculpturen’. Grilligheid is er al wel alsook de zichtbare huidstructuur maar het is nog heel ingehouden. Wat een vrijheid proef ik dan in hun latere, ruimtelijke werk.

Een duo in liefde en werk

Maarten van Kalsbeek en Liet Heringa werken samen vanaf 1998. Ze zijn een kunstenaarsduo en een liefdespaar. Ze zien elkaar dus dag en nacht. Liet heeft daar geen moeite mee: ‘Het is een keuze om samen te werken. Je kunt op avontuur met z’n twee. Dat is juist goed voor de liefde en een goede basis voor het samenzijn.’ In de samenwerking inspireren ze elkaar. Maarten: ‘Het is dingen laten gebeuren door de ander een ingreep te laten doen, hoe de ander invloed heeft op de toevalligheid en hoe je daar vervolgens op doorhakt. De sturing kwijt raken.’ In het illustrerende filmpje is duidelijk te zien hoe ze samen achter een tafel staan met handschoenen aan, druipende objecten aan een waslijn voor zich. Liet giet er wat epoxyhars overheen, de draden en slierten druipen naar beneden. Maarten vangt de draden op en kringelt ze met een verfstokje terug op het voorwerp. Zo werken ze samen, dicht naast elkaar, de waslijn af.

Nachtvangst, Heringa/Van Kalsbeek, Stedelijk Museum ‘s Hertogenbosch, 13 september 2014 t/m 11 januari 2015 www.sm-s.nl