In deze tijden van lockdown is het een ongekende luxe dat ik een atelier heb waar ik kan schilderen. Zo hoef ik niet alle dagen thuis te zitten. Maar toegegeven, eigenlijk heb ik bar weinig geschilderd de laatste maanden. Daar zijn 100 redenen voor en soms is de reden heel banaal; ik heb geen zin. Nog banaler: ik heb geen schilderdoeken meer. Bij een groothandel bestel ik altijd een aantal tegelijk die dan voor de atelierdeuren met een vrachtwagen worden afgeleverd. Omdat het kwaliteitsdoeken zijn in aluminium frame en groot formaat, hangt er een behoorlijk prijskaartje aan. Zo kwam het beter uit de bestelling even uit te stellen. Daardoor liep ik weer eens door mijn oude collectie en schilderde sommige doeken over. Maar dat is moeilijker en minder vervullend als een nieuw doek. Ook werd ik uitgedaagd om op kleine doekjes te gaan schilderen want die had ik nog wel. Zo werkte ik verder aan mijn landschappelijke serie Industrial Classic Landscapes met afbeeldingen van oude meesters op het formaat 30x30. Eind 2020 nam ik afscheid van mijn cursisten, stopte met het geven van schilderlessen en werd het angstvallig stil in de wereld en in mijzelf. Gelukkig braken de feestdagen aan die je vervolgens niet uitbundig mocht vieren. Toch zagen we nog wat familie en vrienden op gepaste afstand. Toen we nog enkele verjaardagen in het gezin hadden en een aanlokkelijke stapel boeken om te lezen, kwam ik steeds minder in het atelier. De belangrijkste reden was: de flow ontbrak. Ik stond aan de vooravond van een nieuwe serie. Dat heeft iets van moed verzamelen.

Inmiddels zijn de grote doeken gearriveerd. Dus die smoes kan ik niet meer gebruiken. Ik moet eraan geloven en stap op de fiets naar mijn atelier. Om te schilderen? Mis.
Eer ik aan het schilderen ben, moeten er eerst vele kopjes koffie met schuimende melk doorheen. Genieten, kijken, schrijven, lezen, lopen, radio luisteren, knippen, bladeren, mijmeren, opruimen, materiaal verzamelen, kratten doorspitten, eten, krant lezen om het moment suprême maar zo lang mogelijk uit te stellen. Als ik zou roken, zou er zo een pakje sigaretten doorheen gaan. 
Dan, eindelijk leg ik de maagdelijk witte doeken op de werktafel. Niet op de ezel maar plat en meestal twee tegelijk. Als compositiekunstenaar en materialenvrouw begin ik met materiaal dat ik eindeloos heen en weer schuif op de doeken. Vaak maak ik wat foto's om de compositie alvast in het klein te zien op de smartphone. Het schilderen is ondergeschikt en ondersteunt de compositie.
Vandaag werk ik met lood. Uit een ladekast haal ik een oude tas vol loodflappen met een sticker erop. Het vermeldt het jaartal 2016 en de naam van een vriendin. Mijn handige man die huizen schildert en oplapt schenkt mij herhaaldelijk bouwafval en oud verweerd lood. Soms voor mijn verjaardag. Dit robuuste en verweerde lood van een oud jaren dertig huis ga ik gebruiken voor de serie landschappen Industrial Classics. Het lood is verfrommeld en gedeukt. Mooi van zichzelf. Om het ruwe materiaal op doek te kunnen verwerken moet het enigszins plat zijn en daarvoor heb ik een speciale, zachte hamer. Gekregen van manlief evenals de loodknipper die van pas komt in het ontwerpproces want soms moet het lood een kopje kleiner.

Om een lang verhaal kort te maken. Ik ga naar mijn atelier maar schilder niet. Vandaag heb ik lood geklopt en op maat geknipt voor twee nieuwe doeken. Organisch materiaal, roest en afbeeldingen van oude meesters  erbij gezocht. Zo liggen de doeken op tafel te wachten voor de volgende stap. Dat is plakken en daarna drogen. Dan, heel voorzichtig komt de schilderfase. Zo ontstaat als vanzelf de flow, als je mazzel hebt. Afgewisseld met de worsteling. Ook die hoort er bij. Kunst kijken? Dit is de serie Industrial Classic Landscapes work in progress.